WWM

4. Binnenkomen en uitgaan van wapens en munitie van de categorieën II en III

Art. 14. 

1. Het is verboden zonder consent een wapen of munitie van de categorieën II en III te doen binnenkomen of te doen uitgaan, alsmede om de bij binnenkomst aangegeven bestemming van zulke wapens of munitie zonder consent te wijzigen. 

2. Een consent tot binnenkomen kan worden verleend voor invoer, voor doorvoer of voor overbrenging en opslag onder douaneverband. 

3. Een consent tot wijziging van de bij binnenkomst aangegeven bestemming staat gelijk aan een consent tot binnenkomen voor de gewijzigde bestemming. 

4. Een consent is uitsluitend geldig voor wapens en munitie die zodanig zijn verpakt dat zij niet voor onmiddellijk gebruik kunnen worden aangewend. 

5. Onze Minister kan bij regeling vrijstelling van het verbod van het eerste lid verlenen. Geen vrijstelling kan worden verleend ten aanzien van het, anders dan tijdelijk, doen uitgaan van wapens en munitie naar een lid-staat van de Europese Gemeenschappen. 

6. De houder van een in Nederland afgegeven consent of van een in een andere lid-staat van de Europese Gemeenschappen afgegeven vergunning voor het doen binnenkomen, doorvoeren of doen uitgaan van wapens of munitie, is verplicht de wapens en munitie tot aan de bestemming, respectievelijk het verlaten van het grondgebied van Nederland, te doen vergezellen van het consent of de vergunning. 

Art. 15. 

Onze Minister kan, na overleg met Onze Minister van Economische Zaken, bepalen dat op grond van de In- en uitvoerwet afgegeven vergunningen tevens gelden als consent in de zin van artikel 14. 

Art. 16. 

1. Voor zover het krachtens artikel 15 bepaalde niet van toepassing is, verleent Onze Minister van Defensie het consent tot binnenkomen ten behoeve van de krijgsmacht en Onze Minister dat ten behoeve van de overige openbare dienst. 

2. Indien de wapens of munitie bestemd zijn voor België of Luxemburg, geldt een schriftelijke toestemming tot invoer, afgegeven door het bevoegd gezag van het land waarvoor de wapens bestemd zijn, als consent tot binnenkomen. 

3. In alle overige gevallen verleent Onze Commissaris in de provincie waarin de aanvrager van een consent gevestigd is, of indien deze niet in Nederland gevestigd is, Onze Commissaris in de provincie Utrecht, een consent. 

Art. 17. 

Een consent tot binnenkomen voor invoer wordt verleend, indien aan de volgende vereisten is voldaan:

a. de aanvrager moet de door Onze Minister vastgestelde gegevens hebben overgelegd;

b. de aanvrager moet gerechtigd zijn de wapens of de munitie in Nederland, België of Luxemburg voorhanden te hebben. 

Art. 18. 

Een consent tot binnenkomen voor overbrenging en opslag onder douaneverband wordt verleend, indien de aanvrager de door onze Minister vastgestelde gegevens heeft overgelegd. 

Art. 19. 

Een consent tot binnenkomen voor doorvoer wordt verleend, indien aan de vereisten gesteld in de artikelen 18 en 20 wordt voldaan. 

Art. 20. 

1. Een consent tot uitgaan wordt verleend indien:

a. de aanvrager de door Onze Minister vastgestelde gegevens heeft overgelegd;

b. de wapens of de munitie een door Onze Minister dan wel Onze hiertoe bij algemene maatregel van bestuur aangewezen Minister goedgekeurde bestemming hebben;

c. uit een door de aanvrager over te leggen bewijsstuk blijkt of uit anderen hoofde bekend is dat de bevoegde autoriteiten van het land van bestemming geen bezwaar hebben tegen de aanwezigheid van de wapens of munitie op hun grondgebied. 

2. Wanneer de wapens of munitie afkomstig zijn uit België of Luxemburg, moet uit een door de aanvrager overgelegd bewijsstuk blijken dat de bevoegde autoriteiten van dat land geen bezwaar tegen de bestemming van de wapens of munitie hebben. 

3. Wanneer een lid-staat van de Europese Gemeenschappen het land van bestemming of van doorvoer is van de wapens of munitie waarop de aanvraag betrekking heeft, wordt door Onze Minister van het verlenen van het consent mededeling gedaan aan die lid-staat. 

Art. 21. 

1. Een consent wordt door de instantie die het heeft verleend of door Onze Minister ingetrokken indien:

a. onjuiste gegevens zijn verstrekt die hebben geleid tot verlening van het consent;

b. niet meer voldaan wordt aan een voor afgifte van het consent geldend vereiste;

c. misbruik plaatsvindt van een consent dan wel van wapens of munitie. 

2. Indien Onze Minister een consent intrekt, doet hij daarvan onverwijld mededeling aan de instantie die het consent heeft verleend.