Art. 13.
1. Het is verboden een wapen of munitie van categorie I te vervaardigen, te transformeren, voor derden te herstellen, over te dragen, te verkrijgen, voorhanden te hebben, op te slaan, te dragen, te vervoeren, te doen binnenkomen of te doen uitgaan.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op de krijgsmacht.
3. Onze Minister kan, onverminderd artikel 9, met oog op onderwijs aan de politie, of aan een andere bij algemene maatregel van bestuur aangewezen overheidsdienst dan wel met het oog op gebruik door de krijgsmacht, ontheffing verlenen van een of meer verboden genoemd in het eerste lid.
4. Onze Minister kan een ontheffing zonder opgaaf van redenen intrekken.
5. Verlening en intrekking van een ontheffing, als bedoeld in het derde lid, met het oog op gebruik door de krijgsmacht, geschiedt niet dan na overleg met Onze Minister van Defensie.