WWM

12. Strafbepalingen

Art. 54. 

Met geldboete van de derde categorie wordt gestraft hij die handelt in strijd met een krachtens de artikelen 6, eerste lid, 8, tweede of derde lid, 33 of 42 vastgesteld voorschrift, dan wel in strijd met de artikelen 8, eerste lid, 14, zesde lid, 26, tweede lid, 31, derde lid, 47, derde lid, 58, eerste lid, of 59, tweede lid.

Art. 55. 

1. Met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft hij die handelt in strijd met de artikelen 9, eerste lid, 13, eerste lid, 22, eerste lid, 26, eerste lid of 31, eerste of tweede lid. 

2. Met gevangenisstraf van ten hoogste negen maanden of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft:

a. hij die handelt in strijd met de artikelen 9, eerste lid, 13, eerste lid, 26, eerste lid, of 31, eerste of tweede lid, en het feit begaat met betrekking tot een schietwapen in de vorm van een pistool of revolver, dan wel een schietwapen van categorie I, onder 4º of 5º;

b. hij die handelt in strijd met artikel 14, eerste lid. 

3. Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft: 

a. hij die handelt in strijd met de artikelen 9, eerste lid, 13, eerste lid, 14, eerste lid, 26, eerste lid, of 31, eerste of tweede lid, en het feit begaat met betrekking tot een wapen van categorie II, onder 1º, 2º, 6º, 7º of 8º, of met betrekking tot meer dan één schietwapen in de vorm van een pistool of revolver, dan wel van categorie I, onder 4º of 5º; 

b. hij die handelt in strijd met de artikelen 13, eerste lid, of 26, eerste lid, en het feit begaat door op de openbare weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats een schietwapen in de vorm van een pistool of revolver, dan wel een schietwapen van categorie I, onder 4º of 5º, met daarbij voor dat wapen geschikte munitie voorhanden te hebben; 

c. hij die handelt in strijd met de artikelen 9, eerste lid, 13, eerste lid, 14, eerste lid, 26, eerste lid, of 31, eerste lid of tweede lid, en van het vervaardigen, herstellen, transformeren of verhandelen van wapens of munitie een beroep of een gewoonte maakt; 

d. hij die handelt in strijd met de artikelen 13, eerste lid, of 26, eerste lid, aan boord van een luchtvaartuig of op een luchtvaartterrein, als omschreven in artikel 1 van de Luchtvaartwet. 

Art. 56. 

De in artikel 54 strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen. De in artikel 55 strafbaar gestelde feiten zijn misdrijven.